StudyWorks heeft dit blog opgesteld om achter de kenmerken te komen van faalangst, die vaak duidelijk te zien zijn bij kinderen.
De kenmerken van faalangst
Faalangst is vaak de oorzaak van onzekerheid en de grote verwachtingen van ouders of docenten. De kenmerken van faalangst zijn soms moeilijk te herkennen als ouder. Probeer te focussen op de volgende gedragingen:
- Je kind wilt niet naar school of gaat met grote tegenzin.
- Je kind gaat huilen of wordt boos als iets niet lukt.
- Je kind weigert van het uitvoeren van opdrachten of niet meedoen in een groep.
- Je kind zoekt veel bevestiging dat hij of zij het goed doet.
- Je kind geeft snel op of stopt als iets niet lukt.
- Je kind durft niet zelf iets te ondernemen en vraagt bij alles om hulp.
- Je kind is afwachtend en probeert het niet eerst zelf als hij of zij niet weet wat het moet doen.
- Je kind zegt bij nieuwe dingen regelmatig: ‘Ik kan dit niet’.
Als uw kind één van de bovenstaande gedragingen heeft heeft uw kind niet meteen faalangst. Als je de gedragingen namelijk los van elkaar ziet merk je dat het allemaal uitingen zijn van een kind die niet lekker in zijn of haar vel zit.
Het belangrijkste bij het aanpakken van faalangst is herstellen van het zelfvertrouwen van het kind. Door de onzekerheid die komt kijken bij faalangst heeft het kind weinig vertrouwen in eigen kunnen en zal daarom veel hulp vragen. Als het kind deze hulp niet krijgt zal het kind snel opgeven of boos worden omdat het niet lukt.
Hoe krijgt uw kind meer zelfvertrouwen?
Een kind krijgt meer zelfvertrouwen bij positieve ervaringen, waarin hij of zij merkt dat het probleem door zichzelf opgelost is. Deze ervaringen zijn cruciaal voor het krijgen van meer zelfvertrouwen, het kind ziet dat het zelf iets kan oplossen zonder hulp van anderen.
Als ouder kun je hierop inspelen om situaties te creëren waarbij het kind zelf iets oplost. Als uw kind om hulp vraagt bij een makkelijke taak kun je drie dingen doen:
1. Niks doen, laat het kind het zelf oplossen. Bij faalangst kan dit leiden tot opgave of frustraties als het niet lukt.
2. Helpen en het voor het kind oplossen. Deze optie helpt misschien voor die specifieke situatie maar zal op lange termijn de faalangst niet oplossen.
3. Probeer het kind te activeren tot het zelf oplossen van het probleem. Schat jij in dat het probleem makkelijk op te lossen is. Stel de vraag: O, wat moeten we nu doen? Het kind zal dan geactiveerd worden en aan een oplossing gaan denken. Als het kind het probleem zelf oplost zal dit een boost geven aan zijn of haar zelfvertrouwen.
Bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen speelt de ouder een grote rol. Leg je kind niet te veel druk op en geef de ruimte om na te denken. StudyWorks heeft zeven tips opgesteld om uw kind te helpen met faalangst.
Tip 1: Geef je kind tijd om na te denken.
Kinderen met faalangst zeggen vaak heel snel ‘ik weet het niet’ of ‘ik snap het niet’. Gun ze eerst even de tijd om na te denken. Bij het bespreken van een opdracht kun je bijvoorbeeld even weglopen om ze de tijd en rust te geven om het probleem op te lossen.
Tip 2: Help je kind een klein stukje op weg.
Helpen kan altijd, maar zorg ervoor dat het alleen een steuntje in de rug is zodat het kind zelf het probleem kan oplossen. Leg bijvoorbeeld het probleem uit in jouw woorden en stuur naar het antwoord toe, zo zal het antwoord meer voor de hand liggen en is de kans van slagen groter.
Tip 3: Laat je kind kiezen als hij het niet weet.
Als uw kind echt niet weet wat het antwoord is, kun je als ouder helpen met het geven van suggesties. Maak er een meerkeuzetoets van door drie antwoorden op de vraag te formuleren en laat uw kind kiezen welke ze denken dat goed is.
Tip 4: Vertel ‘Je bent er bijna’ als je kind zegt dat hij het niet kan.
Als uw kind gefrustreerd raakt bij een fout antwoord en ermee wil stoppen, kunt u het beste ervoor zorgen dat het kind gemotiveerd wordt door te zeggen dat ze er bijna zijn. Gebruik vaak aanmoedigingen als ‘je bent er bijna’ of ‘je kunt het nog nét niet’. Geef daarbij ook aan dat het al beter gaat dan de keer daarvoor en laat die stijgende lijn zien.
Tip 5: Vervang ‘goed en fout’ door andere termen.
Gebruik geen woorden als ‘fout’ of ‘niet goed’, dit werkt niet motiverend. Als uw kind een vraag verkeerd beantwoord of een handeling niet goed doet vertel je alleen hoe het misschien wel beter gaat. Dus niet: ‘Je houdt je pen niet goed vast’ maar ‘Het helpt je meer als je je pen zo vasthoudt’.
Tip 6: Haal eerdere succeservaringen op.
Zoals ook bij tip 4 gezegd wordt, haal eerdere succeservaringen op. Deze ervaringen geven een boost aan het zelfvertrouwen en zorgen voor hernieuwde energie om weer aan de slag te gaan.
Tip 7: Verdeel een taak in kleine stapjes.
Het verdelen van taken in kleine stapjes zorgt voor meerdere successen. Je kind zal makkelijker aan de slag gaan als de taak overzichtelijk is en makkelijker op te lossen zijn. Stel hierbij bijvoorbeeld de vraag: ‘Waar ga je als eerste mee beginnen?’.
Bonustip!
Geef aan het einde altijd aan dat uw kind het goed heeft gedaan, ga iets leuks doen om te vieren dat het goed ging en zorg voor een beloning. Dit zorgt de volgende keer voor meer motivatie en enthousiasme.
Bovenstaande tips zijn ook van toepassing bij kinderen die moeite hebben met een bepaald vak en hier bijles in nodig hebben. Als u die bijles zelf wilt geven kunt u goed gebruik maken van deze tips! Voor het maken van examens kan ook vaak faalangst optreden, examentrainingen worden vaak gegeven en kunnen ook helpen bij faalangst!
Heeft u nog meer tips nodig voor het geven van bijles? Bekijk hier onze blogpagina!
Tot slot
We kunnen wel vaststellen dat faalangst komt door een laag zelfvertrouwen en een hoge druk van presteren. Als ouder kunt u met deze twee punten aan de slag gaan om de faalangst op te lossen. Let op! Het herstellen van zelfvertrouwen is een lang proces en niet zomaar binnen een paar weken op te lossen.
Heeft uw kind faalangst en wilt u huiswerkbegeleiding voor uw kind? StudyWorks heeft ervaren coaches die bovenstaande tips toe kunnen passen op uw kind. Bij het geven van de huiswerkbegeleiding zal er veel gestuurd worden op plannen en het maximaliseren voor een positief resultaat, zodat het zelfvertrouwen van het kind groeit.
